bron: AD.nl 11 mei 2009

Expert kraakt bewijs Puttense moordzaak
Door PETER DE KNEGT
UTRECHT/PUTTEN
Het bewijs tegen Ronald P., die zich vandaag moet verantwoorden voor de Puttense moordzaak, rammelt.
Op basis van dna-onderzoek trekt justitie ten onrechte de conclusie dat sperma op het been van de in 1994 vermoorde Christel Ambrosius op het moment van de verkrachting en moord moet zijn achtergelaten.

Dat stelt forensisch expert dr. Maarten Blom in een zeer kritisch rapport, dat is opgesteld in opdracht van de verdediging van Ronald P. (35). Volgens het Openbaar Ministerie wijst onderzoek uit dat het sperma op het bovenbeen van Ambrosius uitsluitend celmateriaal van Ronald P. bevat.

Maar volgens deskundige Blom blijkt uit het dossier onmiskenbaar dat het gevonden materiaal ook van het slachtoffer zelf kan zijn en bovendien mogelijk afkomstig is uit de vagina.

Volgens Ruud van Boom, de advocaat van P., staat de zogenoemde 'sleeptheorie' daarmee opnieuw centraal. ,,Het sperma van mijn cliënt kan uit de vagina gesleept zijn door de echte moordenaars."

P. blijft ontkennen dat hij Christel heeft vermoord. Hij zou rond 1994 met haar een heimelijke relatie hebben gehad en de avond voor haar dood seks met haar hebben gehad in zijn ouderlijk huis in Putten.

Sinds zijn arrestatie vorig jaar is P. in urenlange verhoren onophoudelijk voorgehouden dat hij wel de dader móét zijn vanwege het spoor op Ambrosius' been. Ook aan een minuscuul bloedvlekje op haar broek en een bloedspoortje onder haar nagel worden volgens Blom verkeerde conclusies verbonden.

Advocaat Van Boom brengt het rapport vandaag bij de rechtbank in. ,,Mijn cliënt is niet bij de plaats delict gezien en er zijn van hem geen sporen gevonden, afgezien van enkele sporen die verklaarbaar zijn door een heimelijke, intieme relatie.''